9.00 uur in de morgen. David Deijmann 's eerste dag in de kluis. Drie uur concentratie. Dan om 12.00 uur gesprek.
Ik vouw de stof op van de gestreepte banken in de tent. Ze moeten drogen op de Aga voor ze de kasten in gaan. Het ruwe linnen doet me denken aan een monnikspij.
Ik rooster paprika's in de oven voor een pittige saus. Bij de lunch aubergine en feta kroketten van Ottolenghi.
Nu we geen ruimte op zolder hebben voor gasten in de kluis sta ik mijn studio af. De voormalige klerkenkamer. De Lipskluis met combinatie slot is een waarborg. Geen ontsnappen mogelijk.
En de troon van de hoogmoed is een goed contrast met de lege houten tafel.
En de troon van de hoogmoed is een goed contrast met de lege houten tafel.
Mijn hoofd is vol van vlaggen en balladen. Er moet een titel komen voor het Zuiderzeeproject.
De stof van de dekkleden plooit als wapperende vanen. Een vlinder wordt wakker door het brandende licht.
De eerste proefteksten met de balladen van de afdeling Creative Writing inspireren. Over barbiers, vissersmannen, sirenen en dijkbesluiten. Maar een titel blijft uit.
De lunch gaat ook over vlaggen. Nationale identiteit, 'waxing and waning', wie ben je zelf.
Na de stilte van de morgen: werk.
Ora et labora.
Klaas bestuurt de jongens en laat ze het dak schrobben, de goten legen en de luifel boenen. Wat moeten we zonder hen? En met David vouwt hij het dekzeil van de tent.
En in de toekomst lonkt de vrijheid van de nieuwe flat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten